7. Maatschappij

Dit hoofdstuk behandelt de grotere context van het leerplan, geredeneerd vanuit de student naar de steeds grotere omgeving om hem/haar heen, via de docenten, naar het onderwijs, het werkveld en de samenleving. Het leerplan wordt beïnvloed vanuit deze hele omgeving.

Ontwerpen is relevant voor een veranderende samenleving die via innovatie antwoorden vindt op nieuwe uitdagingen. De beste indicator van het succes en de relevantie van de opleiding is dat de studenten een baan krijgen in hun eigen werkveld.

7.1        Studenten

Onze studenten kiezen de opleiding IPO overwegend vanuit een behoefte aan creativiteit, en interesses in de combinatie mens, cultuur en techniek. Wij leveren breed inzetbare creatieve technici af, die als verbindende generalisten kunnen fungeren. Dit is belangrijk in een samenleving met steeds meer verdiepende specialisten, en ook voor kleinere bedrijven en zelfstandigen die niet alle expertises in de vorm van deze specialisten in huis kunnen hebben. Door het benutten van hun individuele talenten in de opleiding, leren ze die later gericht inzetten.

7.2        Docenten

Ons aannamebeleid is gericht op een voortzetting van de huidige sterke punten van het team. Ons team bestaat voor een groot deel uit mensen met praktijkervaring, wat zorgt voor een connectie met het werkveld en de overige samenleving. Het is een hechte gemeenschap, met korte lijnen, voor een effectief en divers antwoord op een creatieve beroepspraktijk. Docenten hebben verschillende expertises die het hele veld van de beroepspraktijk omvatten.

In het HBO zijn er over het algemeen geen standaard lespakketten beschikbaar. Voor het ontwikkelen van de kennis en kunde (in landelijke termen de BOKS: Body Of Knowledge & Skills) is er vertrouwen in het eigen initiatief van de docent, in overleg met zijn/haar peers

Voor de didactische basis wordt het team gezamenlijk verder ontwikkeld, naar de nieuwste inzichten.

7.3        Onderwijs

In de voorgaande hoofdstukken zijn er diverse zaken behandeld, zoals de waarde(n)volle professional, talenten, de competentie- en leerlijnbenadering, en het projectgestuurde onderwijs. Deze passen in het Nieuwe Onderwijs Concept (NOC) van Windesheim (zie ook http://blowup.mediacentrum.info/wp-content/uploads/2015/09/BOEKJE-ONDERWIJSCONCEPT-LR.pdf). IPO loopt vooruit met de toepassing van het NOC, en heeft daarmee een voorbeeldfunctie voor overige Windesheim-opleidingen

Windesheim stuurt ondermeer op studiesucces en studenttevredenheid, expliciete uitgangspunten van het NOC, en stelt natuurlijk financiële beperkingen.

Leren van andere IPO-opleidingen gebeurt nationaal onder meer via het IPO-overleg. Dit is belangrijk voor de gezamenlijke landelijke IPO-accreditatie (waar dit document onderdeel van is), de leerinhoud via de BOKS: Body Of Knowledge & Skills, en het landelijk competentieprofiel.

Belangrijke inspiraties bij het tot stand komen van het leerplan waren IPO Rotterdam en de faculteit Industrial Design van de TU Eindhoven. Beide organisaties zijn competentie & projectgestuurd, oftewel een grote integratie van het onderwijs in de projecten. De connectie met het latere werkveld en de hogere motivatie van studenten waren belangrijke effecten van dit model.

Internationale contacten en uitwisselingen zijn er via de Carrousel (een groep opleidingen binnen de EU, die in een estafettesysteem uitwisselingsprojecten voor elkaar verzorgen), en de contacten met het CTBU: Chongqing Technical & Business University, in China, waar elk jaar gezamenlijke projecten mee worden georganiseerd. Ook zijn er Erasmus- en internationale studenten die bij ons een half jaar komen studeren, en gaan onze studenten ook naar opleidingen in het buitenland. Dit zorgt voor een voortdurende internationale ijking, en een focus op de wereldmarkt.

De landelijke overheid heeft belang bij de handhaving van Nederland kennisland, bij zoveel mogelijk inclusief onderwijs, om ook de studenten met bepaalde beperkingen een plaats in de samenleving te verschaffen. Ook is uit financieel en maatschappelijk oogpunt een  goede selectie van studenten belangrijk. In het NOC gaat dit voornamelijk via motivatie, omdat dit de belangrijkste indicator blijkt van het studiesucces. Andere sturingsinstrumenten van de overheid zijn het BSA: Bindend Studie Advies, en het slagingspercentage.

7.4        Werkveld

Uiteindelijk leveren afgestudeerden via hun IPO-werk een bijdrage aan de continuïteit van ondernemingen, en via deze bedrijven, producten aan consumenten. IPO wil dan ook midden in het werkveld staan, en studentenwerk toetsen aan de (latere) werkelijkheid.

Dit doen we onder meer via de werkveldcommissie en bedrijfsbezoeken bij stagiaires en afstudeerders, waarmee IPO voeling houdt met bedrijven die relevante werkomgevingen zijn voor IPO- studenten, en belang hebben bij een opleiding die aangepast is aan hun behoeften.

Ook is er ons veel aan gelegen dat we bedrijven in de projecten betrekken. We merken ook dat echte bedrijfsopdrachten inspirerend zijn voor onze studenten. We denken dat de praktijk voor latere jaren zelfs de beste leerplek is, zodat we een verkennende stage hebben en een afstudeerproject (AP) in een bedrijf verplicht hebben gesteld. Het is ook belangrijk dat een student kan functioneren in een team in een bedrijfsomgeving.

Om relevant te blijven moet IPO meegaan in nieuwe ontwikkelingen op het vakgebied en de markt. Zowel culturele en economische trends (voorbeelden: duurzaamheid, deeleconomie) als meer technische ontwikkelingen (voorbeelden: smart products, biomimicry, 3D prototyping naar 3d print productie) worden actief geïntegreerd. Een expliciet doel is om de maakindustrie in de EU te versterken.

In 2014 is er een onderzoek verricht door de vertrekkende teamleider Ton Horsten. Daar in zagen we dat studenten in het eigen werkveld aan een baan komen. Dit onderzoek is gebruikt als inspiratie voor het NOC, en zoals gezegd is dit de belangrijkste indicator voor ons succes, die we blijven volgen.